De opbouw van loonkosten

De opbouw van loonkosten is niet altijd heel doorzichtig. Om de opbouw van loonkosten een beetje inzichtelijk te maken worden loonkosten meestal opgedeeld in vier verschillende categorieën. Deze categorieën zijn:

Om je een beter beeld van de opbouw van loonkosten te geven volgt hier een uitleg van iedere categorie.

De directe loonkosten

Met directe loonkosten wordt eigenlijk het salaris van de werknemer bedoeld. Het woord salaris moet in dit verband ruim opgevat worden. Er wordt niet alleen het bedrag mee bedoeld dat een werknemer iedere maand op zijn bankrekening gestort krijgt, maar bijvoorbeeld het vakantiegeld waar een werknemer recht op heeft. Als een werknemer op grond van de CAO ook nog recht heeft op bijvoorbeeld een 13e maand, of een winstuitkering, dan valt dit ook onder de directe loonkosten.

Opbouw van loonkosten: indirecte loonkosten

Er zijn ook loonkosten die niet standaard zijn voor iedere werknemer, daarom worden zij indirecte loonkosten genoemd. Over het algemeen bepaal je als werkgever zelf hoe hoog deze kosten voor een werknemer zijn, maar het kan zo zijn dat er in jouw branche een cao van kracht is waardoor dat je verplicht bent om deze kosten te maken. Onder indirecte loonkosten vallen namelijk pensioenkosten, reiskosten en andere onkostenvergoedingen.

Verplichte premies en loonheffingen

De werkgever moet voor zijn werknemer premies en loonbelasting inhouden. De overheid wil namelijk voorkomen dat werknemers een jaar lang veel geld op hun rekening moeten houden en dat ze dit later weer af moeten dragen. Daarom moet de werknemer de verplichte premies en loonbelasting voor de werknemer inhouden.

Overige kosten

Er zijn nog andere kosten die je moet maken als je personeel in dienst hebt. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan een werkplek, het schoonmaken van die werkplek, facilitaire dienstverlening en dergelijke. Dit klinkt misschien als een sluitpost. In de praktijk komen deze kosten al snel neer op enkele duizenden euro’s per werknemer per jaar.